Leerplandoelen OVSG
Sociale vaardigheden
OD-SOV-01.01 De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand.
LOD-SOV-01.02 De leerlingen zijn bereid om in de omgang met leeftijdsgenoten te zoeken naar geweldloze oplossingen.
LOD-SOV-01.03 De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
LOD-SOV-01.04 De leerlingen kunnen respect en waardering opbrengen in omgang met anderen.
LOD-SOV-01.05 De leerlingen kunnen gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
LOD-SOV-02.02 De leerlingen kunnen op passende wijze aangeven dat ze zelf aan het woord willen komen.
LOD-SOV-02.03 De leerlingen kunnen de ander laten uitspreken.
LOD-SOV-03.01 De leerlingen kunnen samenwerken en samenspelen met anderen zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine
Nederlands
NL-SPR-DV-D03-03-04 De leerlingen kunnen een verzoek of een mening tactvol formuleren.
NL-SPR-TV-04-03 De leerlingen kunnen in korte bewoordingen vertellen, al dan niet naar aanleiding van een vraag, over beleefde ervaringen, recent verworven kennis en inzichten uit hun omgeving.
NL-SPR-GESPR-BV-08 De kleuters kunnen in een gesprek de mening van een ander vragen.
NL-SPR-GESPR-BV-09 De kleuters kunnen in een gesprek zeggen waarom zij iets willen, voorstellen, weigeren, ….
Maatschappij
WO-MAA-SCV-6 De leerlingen beseffen dat sommige mensen een andere levensstijl hebben dan zijzelf, als ze geconfronteerd worden met beelden, informatie of mensen uit een andere cultuur.
WO-MAA-SCV-7 De leerlingen zijn zich bewust dat ze in een maatschappij leven met mensen van andere nationaliteiten, volkeren of rassen.
WO-MAA-SCV-8 De leerlingen onderkennen dat we allen verschillende gebruiken hebben en dat die dikwijls worden bepaald door de eigen cultuur.
WO-MAA-SCV-14 De leerlingen ervaren dat taakverdelend werken of samenwerken zinvol kan zijn en kunnen de positieve gevolgen daarvan verwoorden.
WO-MAA-SCV-18a De leerlingen kunnen in concrete klas- of schoolsituaties aangeven dat ze niet akkoord gaan met een afwijzend gedrag t.o.v. het anders-zijn van mensen.
WO-MAA-SCV-18b De leerlingen kunnen in concrete klas- of schoolsituaties aangeven dat ze op prijs stellen dat het anders-zijn van mensen wordt gewaardeerd.
WO-MAA-PJV-4 De leerlingen kunnen afspraken vastleggen, evalueren en bijsturen.
WO-MAA-PJV-9 De leerlingen kunnen in concrete situaties een standpunt innemen t.a.v. de oplossing van een conflict.
Techniek
WO-TEC-02.04 De leerlingen gaan vaardig en correct om met materialen en gereedschappen die aan hun leeftijd aangepast zijn.
WO-TEC-02.23 De leerlingen maken een eenvoudige technische realisatie, al dan niet aan de hand van een stappenplan.
Mens
WO-MNS-SC-1.3.2 De leerlingen begrijpen dat samenwerken noodzakelijk kan zijn om een bepaald doel te bereiken.
WO-MNS-SV-2.1.3 De leerlingen kunnen spontaan anderen helpen.
WO-MNS-SV-2.1.4 De leerlingen tonen in een eenvoudige conflictsituatie in de omgang met leeftijdsgenoten de bereidheid om te zoeken naar geweldloze oplossingen.
WO-MNS-SV-2.2.1 De leerlingen durven en kunnen iemands hulp inroepen.
WO-MNS-SV-2.2.2 De leerlingen kunnen zich laten helpen.
WO-MNS-SV-2.3.1 De leerlingen wachten hun beurt af.
WO-MNS-SV-2.3.4 De leerlingen kunnen een gevoeligheid tonen voor de behoeften van anderen.
WO-MNS-SV-2.3.7 De leerlingen kunnen voor een andere visie/mening waardering opbrengen en deze uiten.
WO-MNS-SV-2.4.2 De leerlingen kunnen en durven voor hun eigen meningen en wensen op een begrijpbare en aanvaardbare wijze opkomen.
WO-MNS-SV-2.5.4 De leerlingen kunnen verslag uitbrengen over een taakgroep.
WO-MNS-SV-2.5.5 De leerlingen kunnen de verantwoordelijkheid van een groepstaak op zich nemen.
WO-MNS-SV-2.8.3 De leerlingen durven voor hun mening op een aanvaardbare manier opkomen.
WO-MNS-SV-2.8.4 De leerlingen tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen.
Muzische vorming
MV-BWG-VB-12 De kinderen kunnen een bewegingszin maken waarin bewegingen op de plaats en door de ruimte gecombineerd en herhaald worden.